‘Als teler praktisch ingesteld, de computer is niet mijn ding’

De digitalisering raakt steeds verder ingeburgerd in de sierteeltsector. De plannen van Royal FloraHolland voor het volledig digitaal aanleveren staan in de ijskast, onder druk van de leden. Maar kweker Henk Nijssen in Baarlo is blij dat hij klaar is voor de toekomst. Werken met de computer is niet zo zijn ding, maar de snijhortensiateler is overtuigd van het gemak van een goede registratie en administratie van middelen en milieumaatregelen.

Het is drie weken geleden dat een NVWA-inspecteur onverwachts op de stoep stond. Of Henk Nijssen zijn administratie voor de inzet van bestrijdingsmiddelen kon overleggen. ‘Het was natuurlijk net zo’n ochtend waarop een dergelijk bezoek niet uitkomt. Met personeel op het dak om zonnepanelen te installeren en medewerkers in de kas om te oogsten’, vertelt de Limburgse teler. ‘Ik heb GreenlinQdata gebeld om snel aan een uitdraai te komen van mijn middelen. Tien minuten later kon ik alle gegevens overhandigen.’ Uiteraard volgde nog een inspectie van de middelenkast. ‘En dat is natuurlijk een zooitje als die volop in gebruik is’, stelt Nijssen. ‘De middelen die daar niet meer hoorden te staan, voer ik verantwoord weer af.’ Het steeds beperktere aanbod van chemische gewasbescherming brengt hem bij biologische middelen. ‘Dat gaat best goed, al is de timing heel belangrijk. Ben je te vroeg, dan werkt het onvoldoende. Ben je te laat, dan moet je alsnog spint en trips chemisch bestrijden.’ Het registratieprogramma van GreenlinQdata helpt de snijbloementeler daarbij. ‘Je kunt openheid van zaken geven, maar ook zelf terugzien wanneer je in eerdere jaren welk middel hebt ingezet. Die data vind ik heel belangrijk en helpen mij vooral met de planning van de inzet van biologische middelen.’

1,8 HECTARE ONDER GLAS
Nijssen is opgegroeid op het gemengde tuinbouwbedrijf van zijn ouders in het Limburgse Baarlo. In 1985 ging hij in maatschap en in 1992 is 1,8 hectare glas gebouwd. In eerste instantie was dat voor de teelt van radijs en opkweek van preiplanten. Een jaar of vijftien geleden is de familie omgeschakeld naar hortensia. ‘Een idee van mijn vrouw Francien dat ze via een brochure heeft opgepikt’, zegt de teler. ‘We wilden stoppen met de groenteteelt, vanwege de verdere mechanisatie die nodig was. Op hetzelfde moment is een handjevol telers in deze regio overgestapt naar snijhortensia. We dachten toen allemaal: gelukkig zijn we af van de verplichte registratie die bij de groenteteelt hoort. Maar een jaar later waren we weer de pineut’, vertelt hij in de kantine van het bedrijf. Hoewel de bloementeelt hem in eerste instantie weinig enthousiasmeerde, vertelt Nijssen nu – al wandelend door het gewas – gepassioneerd over de snijbloemen. In het voorjaar zijn ze roze, dan kleuren ze crèmewit en in de herfst kleurt de kas rood. Je kunt de verschillen ook voelen. De roze bloemen zijn zacht, later in het seizoen worden ze sterker en stroachtig.’ Het gros van de snijhortensia gaat via afzetorganisatie Royal FloraHolland de hele wereld over. ‘Vooral naar Duitsland, maar ook naar landen als Rusland. De bloemen zijn populair voor in boeketten en bij evenementen. Door de coronacrisis is de handel tijdelijk teruggelopen, maar daarna ook weer aangetrokken’, legt Nijssen uit. Royal FloraHolland wilde aanvankelijk in 2021 de milieuregistratie en -certificering verplicht stellen voor alle kwekers die bloemen en planten aanvoeren op de marktplaats. Deze FSI-duurzaamheidseisen in de sierteelt hebben betrekking op het milieu, Good Agricultural Practices (GAP) en sociaal gebied.

EENVOUDIG REGISTREREN
GreenlinQdata heeft software ontwikkeld waarmee telers zich kunnen registreren voor deze of andere certificaten. De software kan eenvoudig worden gebruikt in combinatie met het eigen registratiesysteem voor bijvoorbeeld gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen. ‘De verplichting vanuit de veiling is uitgesteld’, weet Nijssen. ‘Maar ik ga er gewoon mee door. Vroeg of laat zal het toch nodig zijn. En mocht er een grootwinkelbedrijf aankloppen, dan is mijn milieuregistratie op orde.’ Zowel de service als de telefonische bereikbaarheid van GreenlinQdata kan de Limburger waarderen. ‘Ik word snel geholpen door mensen die verstand hebben van de praktijk. Je krijgt het gevoel dat ze naast je staan. Zelf maak ik nog weleens een foutje met de registratie en zij kunnen dat snel herstellen. Wat ik hoop is dat al mijn data makkelijk naar de uitvoerende instanties kan. Alles in één rugzakje naar Den Haag of de afzetorganisatie lijkt me reuzehandig.’ De digitalisering van de bedrijfsvoering is voor Nijssen vooral een noodzaak. ‘Net als veel telers ben ik van de praktijk en niet van de computer. Software waar ik makkelijk mee uit de voeten kan helpt daarbij. Daarbij komt het professioneel over als de registratie niet meer op papier staat’, wijst hij op zijn notitieboek. ‘De kosten, zo’n 350 euro per jaar, zijn voor mij als relatief kleine teler te overzien.’  De registratie geeft ook inzicht in het energieverbruik van het bedrijf. De afgelopen jaren is met hulp van vroege soorten in een verwarmde kas ook eerder geoogst om eerder op de markt te komen. De kassen zijn met heteluchtheaters op gas verwarmd, maar in acht van de tien jaar bleken de stookkosten niet op te wegen tegen de winst van eerder op de markt zijn. ‘We zijn overgeschakeld op de koude teelt en verwarmen alleen als het nodig is’, laat de teler weten. Om energie te besparen zijn 110 zonnepanelen op de loods geïnstalleerd, plus 15 op het woonhuis. Daarnaast staat de investering van een nieuwe scherm op de rol. Nijssen: ‘We zijn erg afhankelijk van het klimaat. Afgelopen februari hadden we twee weken sneeuw en daarvoor tal van lokale hittegolven. Daar moet je allemaal mee omgaan. Een slechte zomer is voor ons eigenlijk een heel goede.’

Tekst en foto: Michiel Elands (voor Nieuwe Oogst)

 

Meer over GQ-data teeltregistratie